Accepteer de angst als een reiziger
De Reiziger en de Gevangene van Angst
Langs een stoffige weg, omringd door wuivende bamboebossen, wandelde een Shaolin-monnik, gehuld in eenvoudige gewaden. Naast hem liep een majestueuze witte tijger, met ogen als saffieren en een tred zo zacht dat het leek alsof hij de aarde niet raakte. Ze waren een vreemd duo, de kalme monnik en zijn machtige metgezel, maar hun aanwezigheid straalde een rust uit die zelfs de natuur tot stilte leek te manen.
Op een dag kwamen ze bij een open plek waar een jonge vrouw zat, ineengedoken tegen een verweerde boom. Haar ogen waren groot van angst, en haar handen trilden als bladeren in de wind. De monnik stopte en boog licht voor haar.
"Waarom huil je hier, zuster?" vroeg hij met een stem die kalmte bracht.
De vrouw keek op, maar haar lippen trilden te hard om woorden te vormen. Ze sloeg haar ogen neer, alsof zelfs de vraag haar angst voedde.
De monnik knielde naast haar, terwijl de witte tijger zijn grote lijf neerlegde als een bewaker. "Angst," sprak de monnik, "is een schaduw die groter lijkt dan de werkelijkheid. Maar vertel mij, wat houdt je gevangen?"
De vrouw ademde diep in en fluisterde: "Ik ben bang... voor alles. De toekomst, mijn keuzes, het onbekende. Ik durf geen stap te zetten, want ik zie alleen wat fout kan gaan."
De monnik glimlachte licht en gebaarde naar de tijger. "Zie je mijn metgezel? Velen zouden bang zijn voor hem. Zijn kracht, zijn klauwen, zijn tanden – ze zouden denken dat hij een bedreiging is. Maar wat zij niet zien, is dat hij mijn vriend is, trouw en vol vertrouwen. Angst is als een tijger. Wanneer je hem ontmoet, kun je wegrennen en in zijn schaduw leven, of je kunt hem in de ogen kijken en begrijpen dat hij niet je vijand is."
De vrouw keek aarzelend naar de tijger, die haar met nieuwsgierige ogen bestudeerde. "Maar hoe kijk ik mijn angst in de ogen?" vroeg ze. "Hoe laat ik het mij niet verlammen?"
De monnik raapte een tak op en tekende een cirkel in het zand. "Kijk hierin," zei hij. "Je angst leeft in de toekomst, in alles wat je denkt dat mis kan gaan. Maar waar ben je nu? Hier, in dit moment. Hier is geen dreiging, alleen deze boom, deze grond, en wij. Angst kan niet bestaan als je volledig aanwezig bent in het nu."
De vrouw keek naar de cirkel in het zand en voelde een trilling door haar heen gaan. Voor het eerst in lange tijd voelde ze iets dat op ruimte leek, een leegte waarin haar angst begon te vervagen.
"Maar het zal terugkomen," zei ze zacht. "Wat doe ik dan?"
"Herinner jezelf eraan dat je sterker bent dan je angst," antwoordde de monnik. "Net zoals deze tijger niet mijn meester is, maar mijn metgezel. Accepteer de angst als een reiziger, maar geef hem niet de teugels."
De vrouw glimlachte flauwtjes en veegde een traan weg. Ze stond op, wankel maar vastberaden. "Dank je," zei ze. "Ik weet niet hoe ik je ooit kan bedanken."
De monnik boog lichtjes. "Dank me door vrij te leven, zonder ketenen van je eigen gedachten. Dat is genoeg."
Met die woorden vervolgde hij zijn weg, de witte tijger zachtjes naast hem schrijdend. De vrouw bleef achter, maar met een hart dat minder zwaar was en een blik die voor het eerst in lange tijd niet door angst werd bepaald.